kroedwösj

Wat ben je aan het doen, vraag ik aan Oudste Zus.
Dat is voor de kroedwusj.
Zus snijdt grote takken van de notenboom.
Wat is een kroedwoesch?
Kroedwusj. Dat zijn de 7 kruiden die in het graf van Maria zijn gevonden. Die worden op 15 augustus door meneer pastoor in de kerk gezegend.
En dan?
Dan hang ik het op in huis. Dat helpt overal tegen.
Waartegen dan?
De notenboom beschermt tegen blikseminslag want een notenboom is nog nooit geraakt door bliksem. Je kan er ook een takje van in de haard gooien voor bescherming en je kan het ook aan de dieren voeren.
Wat zijn de zeven kruiden in een kroedwusj?
Je moet maar kijken op de site van het bisdom. Daar staat dat.
En waar zoek ik dan op?
Op kroedwusj.
Maar dat is toch een dialect woord?
Het staat op kroedwusj.
Zus snijdt een grote tak van de notenboom af. De bijvoet heb ik al gevonden in de berm, zegt ze. Zus zal de mooiste en grootste kroedwusj hebben van de hele kerk. Meneer Pastoor zal hem zegenen en ze zal hem ophangen in haar huis en beveiligd zijn tegen heksen, boze geesten, de duivel, enge ziekten en onweer.

Op de site van het bisdom staat uitleg over de kroedwusj.
Elk jaar op 15 augustus viert de kerk het hoogfeest van Maria ten hemelopneming. Hiermee wordt herdacht dat Maria na haar dood met ziel en lichaam door God in de hemel werd opgenomen. Het is voor de kerk het belangrijkste Mariafeest. Aan dit feest zit, zeker in Limburg, het oude gebruik gekoppeld van de zegening van de zogeheten kroedwusj.
In de loop der eeuwen zijn op het snijvlak van kerk en volkskultuur tal van gebruiken ontstaan. Een oud gebruik dat de laatste jaren meer aandacht krijgt is het zegenen van een boeket met veldkruiden op het feest van Maria tenhemelopneming. In het Limburgs vaak aangeduid als kroedwusj, kruudwis, kroedwösj of lokale varianten hierop.
De zegening van kruidenbossen is een voorbeeld van een voorchristelijk gebruik dat door de kerk is overgenomen en gekerstend. Door de magische ritus van de heidenen te vervangen door een christelijke zegening van een kruidenbos richt met zich tot God, de schepper van het zaadvormend gewas.

Een kroedwösj maken is een gekerstend gebruik. Van magisch naar christelijk.
Google op kruidenwis en vind de volgende tekst:
Een kruidenwis is samengesteld uit vele met aandacht en eerbied uitgezochte planten. Deze werden geplukt op een bepaald tijdstip of bij een bepaalde maanstand. Dit gebruik stamt af van de Germaanse gebruiken. Een kruidenwis werd door druïden verbrand ter ere van de godin Freya. Door de komst van het christendom werd Freya van haar plaats als belangrijkste godin gestoten. Men gaf er een christelijke waarde aan. In het graf van Maria werd enkel een bos kruiden aangetroffen want zij zelf was verrezen.

De gekerstende versie van de kroedwösj volgens het bisdom:
Het kruidenboeket hoort samengesteld te zijn uit zeven verschillende kruiden, bloemen en korenaren. Twee graansoorten, tarwe en rogge.
Twee kruiden met geneeskrachtige werking, duizendblad en boerenwormkruid. Twee kruiden die het onweer weren, alsem of bijvoet en koninginnenkruid, ook wel donder of leverkruid genoemd.
In sommige plaatsen is er het gebruik om wilgenroosjes en huislook in het boeket op te nemen.

Het zevende kruid is het walnotenblad. Beweerd wordt dat de bliksem nooit in een notenboom inslaat.
De traditie wil dat deze zeven kruiden achterbleven in het graf van Maria. Het kruidenboeket wordt in de kerk gezegend en beschermt volgens de traditie tegen allerlei soorten onheil zoals blikseminslag.
De boeketten werden vroeger samengebonden met een lint van zeven el lang en opgehangen boven huis en staldeuren. Bij onheil werden er een paar takjes er van in het haardvuur gegooid.

Beweerd wordt dat de bliksem nooit in een notenboom inslaat, zegt het bisdom.
De walnoot speelt in mythologie, volksgebruik en hekserij een belangrijke rol. In de Griekse mythologie is de notenboom het symbool van de wijsheid. Bij de Grieken en Romeinen was hij aan Zeus/Jupiter, god van de licht, de hemel en het weer, gewijd. De vruchten waren godenspijs en werden daarom ‘jovis glans’ (noten van Jupiter) genoemd. Karya, de nimf van de Walnoot, wordt door de God Dionysos in een Walnootboom veranderd.
In het verhaal van Karya wordt de god Dionysos verliefd op het mooie meisje. Toen zij stierf veranderde hij haar in een walnootboom. De godin Artemis bracht dit nieuws naar Karyas vader, die ter nagedachtenis aan zijn dochter, naast de boom een tempel liet bouwen (tempel van Artemis Karyatis). De zuilen van notenhout kregen de vorm van jonge vrouwen, de kariatiden.
Het eten van walnoten versterkte gevoelens van liefde. Door zijn zachte kern die zich achter de harde schil verbergt, was de walnoot zinnebeeld voor het wezenlijke dat zich achter uiterlijkheden verbergt.
Bij de Romeinen werd de walnoot in verband gebracht met Juno, godin van vrouwen en het huwelijk. Walnoottakken en-bladeren werden over het getrouwde stel gegooid om hun vruchtbaarheid te bevorderen.

Na de kerstening kreeg de walnoot een slechte naam. Hij wordt een boom van de Duivel, van macht en wellust.

Aan de andere kant zou de walnoot tegen blikseminslag, koorts, vervloekingen en toverijen beschermen. Notenbladeren in de babywieg weert muggen en vliegen. Met het afkooksel van de bladeren streek men het vee in tegen allerlei ongedierte.

Dromen over een notenboom voorspelt ongeluk. Cats dichtte :”Waag u nimmer in den droom, onder enen notenboom.”
Slapen onder een notenboom is ook af te raden. Maar wie onder een notenboom in slaap viel, zou nooit meer wakker worden

Op St.Jan (24 juni) plukten vrouwen een blad van de notelaar af, legden deze in hun linker schoen om vreemdgaan van hun echtgenoten te voorkomen. Of omgekeerd. Op het platteland in Frankrijk legden mannen stiekem walnootbladeren in de schoenen van hun geliefden om zich te verzekeren van diens liefde en trouw.

De walnoot zou bescherming bieden tegen heksen en boze geesten. Een heks zou zich niet langer kunnen bewegen wanneer men onder haar stoel of op haar schoot enkele walnoten legde. . Het eten van walnoten zou helpen tegen de beet van een hond met hondsdolheid en cariæs voorkomen.
Walnoten waren het symbool van vruchtbaarheid. Daarom gooide men in Zuid-Duitsland een mand met walnoten in de slaapkamer van de bruid. Van het geluid dat de noten op de houten vloer veroorzaakten, het ‘poltern’, is het Duitse gebruik van de ‘Polterabend’ (feest voor de dag van de huwelijkssluiting) afgeleid, waar tegenwoordig vooral serviesgoed stuk gegooid wordt.
Walnoten als liefdesorakel. Leg twee noten in het vuur. Blijven ze bij elkaar liggen, dan is dat een teken dat een stel harmonisch bij elkaar zal blijven. Maar wanneer de noten krakend uit elkaar springen, voorspelt dit een turbulent huwelijk.
Een ander liefdesorakel is het gooien van een stok in de walnootboom. Wanneer hij blijft hangen, zal het meisje binnen het jaar gaan trouwen.

Wanneer men een kussensloop met walnootbladeren vult, hoopt men daarmee nachtmerries te verdrijven. Takken van de notenboom rond het huis gehangen, beschermen het tegen blikseminslag.
In de Middeleeuwen was men ervan overtuigd dat het eten van walnoten mentale en lichamelijke kracht zou bevorderen. Daarom smeerde men de penis met een aftreksel van notenbladeren in, om de potentie te verhogen.
Van buitenechtelijke kinderen werd gezegd, dat zij ‘van de notenboom gevallen zouden zijn’. Voor het huis van de moeder plaatste men een stroman.

Het is een oud gebruik in Poitou (Frankrijk) dat bruid en bruidegom rond de grote walnootboom in het centrum van het dorp dansen. Men gelooft dat de bruid daardoor veel melk voor de baby, die gaat komen, zal produceren.

Maar in walnootbomen zag men ook het boze. In de 17e eeuw geloofde men in Italiæ dat een walnootboom, de Boom van Benevento, de plek was, waar heksen vergaderden. Volgens een legende liet de bisschop de boom verwijderen, inclusief de wortel. Tevergeefs. Op dezelfde plek groeide in hoog tempo een nieuwe heksenboom.


Welke kruiden worden gebruikt in de kroedwusj.
Het aantal te gebruiken kruiden was vroeger minimaal zeven.
Welke precies hing af van de lokale traditie. Ieder dorp had zijn eigen regels. Bv. in Voeren zat er altijd marjolein en boerenwormkruid in maar elders konden dat ook graanstengels en takken van de notenboom zijn.
Het bisdom zegt dat het zeven verschillende kruiden, bloemen en korenaren moeten zijn. Twee graansoorten, tarwe en rogge.
Twee kruiden met geneeskrachtige werking, duizendblad en boerenwormkruid. Twee kruiden die het onweer weren, alsem of bijvoet en koninginnenkruid, ook wel donder of leverkruid genoemd.
In sommige plaatsen is er het gebruik om wilgenroosjes en huislook in het boeket op te nemen. Het zevende kruid is het walnotenblad.
Volgens anderen bestond de kroedwösj uit 2 broodgranen, 1 boomvrucht en 4 geneeskrachtige of onheilafwerende kruiden.
Anderen menen dat de kroedwusj samengesteld moet zijn uit zeven (een heilig getal) verschillende gewassen: twee geneeskrachtige kruiden (bv. alsem, bijvoet, boerenwormkruid, duizendblad, helmkruid, hertshooi, kamille, salie, smeerwortel of engelwortel) en twee onheilwerende kruiden (marjolein en huislook).
Of anderen zeggen
Boerenwormkruid werd het meest gebruikt. Hierbij werden bijvoet en alsem gevoegd. Deze drie vormden de belangrijkste kern van de kroetwusj.
In bepaalde streken werd er kamille in gedaan. Andere streken gebruikten duizendblad, soms nog huislook, wilgeroosjes, de op Palmzondag gezegende Palmtakjes en oogstvruchten zoals appels, peren, graansoorten en notenbladeren.
Kruiden die verder vaak gebruikt werden zijn sint-janskruid, lavendel, duizendguldenkruid, klaver en valeriaan.

Kruiden voor de kroedwösj voor onze lieve vrouw hemelvaartsdag moeten op 14 augustus geplukt worden. Pluk ze met de hand niet met een mes want metaal verbreekt de magische kracht. Pluk de kruiden voor zonsopgang.

Kruiden die in de kroedwösj vaak voorkomen met hun vermeende werking.
Odinskop of alant. De gedroogde alantswortel ruikt sterk en smaakt bitter. Daarom worden aan de alant anti diabolische eigenschappen toegeschreven.
Distels. Kwade geesten en allerlei ziekten voorkom je door distelzaad bij je te hebben.
Een gefolterde heks kreeg st-Janskruid en distelthee te drinken, dan kon de duivel de heks niet helpen.
Valeriaan. Valeriaan beschermt de mensen tegen de duivel. Het Latijnse valare betekent zich goed voelen.
Bijvoet. Plinius beweerde in zijn tijd, sommige geloven dat wie bijvoet bij zich heeft, noch door vergif, noch door tovenarij of schadelijk dier beschadigd kan worden.
Alsem. Met alsem in de wieg slapen kinderen goed. Daarom heet alsem in het Duits wiegenkraut. Ook van alsem is de duivel geen liefhebber.
Lieve vrouw bedstro. Houdt boze geesten op afstand.
Boeremwormkruid. Anti duivelkruid.
Duizendblad. Verjaagt duivels, heksen en onweer.
Wijnruit Beschermt het huis. Helpt bij het baren. Helpt tegen de beet van een dolle hond.
Heggenrank. Beschermt tegen brand door blikseminslag. Beschermt tegen duivelarij en heksenwerk. Je kan er waterzucht, vallende ziekte en krampen mee genezen.
Lever of koninginnenkruid. Beschermt tegen betovering en vergiftiging. Beschermt tegen blikseminslag.
Kamille. Kamille mits geplukt voor Sint Jan op 24 juni beschermt tegen duivels en heksen en boze geesten. Op 24 juni maakt de duivel zijn plas op de kamille en dan is de kamille onbruikbaar. Een takje kamille boven de deur beschermt tegen ongewenst bezoek. Als een heks toch over de drempel komt beweegt het takje als waarschuwing.
Sint Janskruid. Sint Janskruid. Ook wel genoemd jaag den duvel.
Bezorgde ouders naaiden vroeger wat Sint Janskruid in de kleren van hun dochter. De duivel die vermond als knappe man toenadering zocht tot die dochters liet die vlug voor wat ze waren als hij het kruid in zijn nabijheid voelde. Dat gebeurde dan altijd met een hevige schreeuw en een wolk van stinkende zwavelgeur.
Wilgenroosje of Bliksemkroet. Beschermt tegen geesten en giftige dieren.
Bitterzoet. Beschermt tegen de duivel en onweer.

Beweerd wordt dat de bliksem nooit in een notenboom inslaat, zegt het bisdom.
Niet in een notenboom misschien maar wel in de eik.


Quercus (bot.)

Eiken symboliseren waardigheid, wijsheid en de verbinding tussen hemel en aarde.

Voor prehistorische volkeren vormde de eik een kanaal waarmee de kracht van de goden op de mensheid kon worden overgebracht. Dit werd tasbaar wanneer een eik na blikseminslag in brand vloog.

Eik is een Oudgermaans woord en betekent boom, verwant aan het Oudindische igja=verering. Het woord quercus is waarschijnlijk afgeleid van de Indogermaanse heilige naam perkus en dat betekent vuurbrand en eikenboom.
Het Griekse woord voor eik is drus en lijkt op het woord druïde voor de Keltische priesters die ook wel eikenmensen genoemd werden. Eiken waren voor de Kelten Heilige bomen en werden vereerd.
Bij de Germanen was de eik aan de god Donar gewijd. Hij was de god van de donder, het onweer. Het is opvallend dat de bliksem vaker eiken treft dan andere bomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat eiken vaak op kruispunten van ondergrondse wateraders staan. Daarnaast bevat de eik vrij veel zetmeel (goede geleider) wortelt diep en heeft een ruwe bast.
De eik was de heilige boom van de Kelten. Iedere eikel was bezield door een fee en daardoor een geluksbrenger. Eens per jaar beklommen de druïden hun eiken om met gouden sikkels de maretakken er uit te snijden.
Een overblijfsel van dit oude gebruik is de mistletoe die rond Kerstmis de huiskamers versieren. Maretak is het symbool voor eeuwig leven, de bes voor de zon.
In Duitsland werd in sommige streken een eikentak op de laatste oogstwagen gelegd om de bliksem af te weren. Eikentakken in huis beschermen tegen onweer.
In holle eiken wonen elfjes volgens sagen en sprookjes. De eik is een sprookjesboom. Zij speelt een belangrijke rol in de verhalen van Paulus de boskabouter.
In de loop van tijd veranderde de eik onder invloed van het christendom in de Mariaboom.

Mijd de eik en zoek de beuk.
Onder eiken moet je niet voor bliksem wijken, maar bij beuken en berken zul je nooit een bliksem merken.

Sceptici zeggen dat het een fabeltje is dat sommige bomen vaker door de bliksem geraakt worden of zoals de notenboom volledig gespaard blijven van blikseminslag. Het is allemaal bijgeloof.


Bijgeloof.
niet-religieus traditioneel geloof aan bovennatuurlijke werkingen of verschijnselen van allerlei voorwerpen, handelingen, spreuken enz., m.n.zulke die in het menselijk leven ingrijpen syn. superstitie.

Beweerd wordt dat de bliksem nooit in een notenboom inslaat, zegt het bisdom. En als de bliksem toch in een notenboom inslaat dan heet dat een wonder.

augustus 2007

Anna No Picture Please



link:
Kwekerij "de Smallekamp" heeft zich gespecialiseerd in het kweken van bijzondere fruitsoorten. Hoofdzakelijk: Juglans (walnoot) meer dan 40 verschillende soorten zowel sier als vruchtrassen, Corylus (hazelnoot), Castanea (tamme kastanje), Carya (pecannoot), tevens kweken wij Diospyros (kaki Pruim) en Asimina triloba (prairiebanaan) een zeldzame heester met bruinrode bloemen eetbare vruchten met een banaanachtige smaak.